Benedictus Eeckhaut

memoriaal te Moorsel

In het centrum van Moorsel werd in 1920, net als in vrijwel alle andere dorpen en steden, een monument opgericht ter herdenking van de gesneuvelden van WO1. Het is een grote arduinen sokkel met daarop bronzen beelden van de Brusselse beeldhouwer Jacques François Marin.

Op dat monument, staat ene Eeckhout B. vermeld.

Onderzoek leert dat het om Benedictus Eeckhaut gaat – schrijffouten op monumenten komen meer voor dan je zou denken en zorgen al eens voor verwarring. Ook het leger maakte zelf geregeld fouten in het dossier van Benedictus.

Zo wordt Benedictus Eeckhout (ook hier: verkeerde schrijfwijze) volgens zijn militaire dossier geboren in “Echelghem” op 27 juni 1885 als zoon van Petrus en Antoinette Debrauwer. Dat Echelgem ligt volgens datzelfde dossier trouwens in Oost-Vlaanderen …

Benedictus was een soldaat van “de klas” van het jaar 1905 en werd bij de mobilisatie van het Belgische leger opnieuw onder de wapens geroepen.

Benedictus Eeckhaut

Op 1 augustus 1914 staat hij geboekt als present bij het 4e regiment, 60ste batterij van de artillerie te paard.  Benedictus is op dat moment al 29 jaar en dat is voor een frontsoldaat al vrij oud. Waarschijnlijk daarom is hij kort nadien in een andere eenheid terug te vinden: Al op 15 oktober 1914 al is hij geen artillerist meer maar lid van de genietroepen van de 6e legerdivisie.

Nog wat later, op 20 december 1914, zien we dat hij ingedeeld is bij de “compagnie de chemins de fer” – de eenheid waarbij hij tot 1917 ingedeeld zal blijven.

Op 28 oktober 1917 verhuist hij opnieuw, deze keer naar een verwante eenheid: de “section vicinale de chemins de fer”.

Belgisch militair hospitaal l’ Océan in De Panne

Op 21 maart 1918 slaat het noodlot toe en raakt Benedictus gewond bij de inslag van een obus te Veurne. Hij wordt overgebracht naar het militaire hospitaal “l’Océan” in De Panne.

Na de eerste zorgen wordt hij doorgestuurd naar een ander Belgisch militair hospitaal te Virval-lez-Calais. Dat was een naar de normen van die tijd eerder klein hospitaal van zo’n 420 bedden en stond onder de leiding van ene dokter Neumann.

Belgisch militaire hospitaal van Le Havre

Benedictus werd vervolgens op 2 april 1918 overgebracht naar het Belgische militaire hospitaal van Le Havre. Dat was van oorsprong een groot schoolgebouw – een lyceum – aan de rue Lancelot in Le Havre. Het gebouw was door de Franse overheid aangeboden aan de regering van België om er een hospitaal te vestigen, ver achter de frontlinies. Tot mei 1916 werden de gewonden er verzorgd door Frans ziekenhuispersoneel, maar wanneer Benedictus er opgenomen werd, was het een gerenomeerd ziekenhuis geworden met 600 bedden dat volledig door de Belgen zelf gerund werd. Aan de leiding stond dokter Benoit Dujardin die de rang van majoor in de reserve had. Majoor Dujardin had het geluk een aantal artsen in zijn team te tellen die voor en/of na de oorlog echte autoriteiten waren in hun domein. Zo bijvoorbeeld de Antwerpse chirurg Walter ridder van Havré, neus-keel en oorspecialist dr. Goris, oogarts dr. Raskin, neuropshychiater dr.Van de Weghe of dr. Viaene, de Gentse stomatoloog.

Belgisch militaire hospitaal van Le Havre – interieur

Last but not least is dr. Benoit Dujardin het vermelden waard in de ploeg van Le Havre. Dokter Dujardin was veneroloog en stond in voor het behandelen van de talrijke geslachtsziekten die de militairen opliepen. Hij was er vooral bekend omwille van het feit dat hij toen nieuwe geneesmiddel “neosalvaran” bij beken liet stromen om zo de talrijke patiënten van hun syfilis te genezen. Na de oorlog werd Dujardin professor aan de Franstalige universiteit van Brussel, de ULB.

Belgisch militair hospitaal Cabour

In juli 1918 lijkt het beter te gaan met Benedictus en mag hij het ziekenhuis verlaten. Op 11 juli gaat hij op herstelverlof. Maar helemaal goed moet dat toch niet verlopen zijn: op 20 september wordt hij met een longontsteking opgenomen – deze keer in het militaire hospitaal Cabour in Adinkerke.

Belgisch militair hopsitaal Cabour

Belgisch militair hospitaal Cabour – gezien vanuit de duinen

Belgisch militair hospitaal Cabour

Benedictus was waarschijnlijk al ernstig verzwakt toen hij in het ziekenhuis terecht kwam, want amper 2 dagen later, op 22 september 1918, stierf hij in het ziekenhuis ten gevolge van zijn longontsteking.

overlijdensbericht van Benedictus Eeckhaut

grafzerk Benedictus Eeckhaut in Adinkerke

Hij werd begraven op de Belgische militaire begraafplaats van Adinkerke, De Panne, waar hij ook nu nog rust.

Hoe het komt dat Benedictus op het monument van Moorsel staat, kunnen we niet met zekerheid zeggen. Mogelijks heeft zijn vrouw, Josephine Debacker, kort na het uitbreken van de oorlog of kort na de bevrijding Erembodegem verlaten – tijdens de bezetting zal dat een stuk minder evident geweest zijn – en is ze in Moorsel gaan wonen met hun 4 kinderen. We merken in ieder geval dat het oudstrijdersfonds de correspondentie over haar echtgenoot naar het adres “Waver 14” stuurde, waar ze volgens dezelfde gegevens woonde met haar 4 kinderen.

Verder onderzoek naar de 4 kinderen kan mogelijks nog meer informatie opleveren over Benedictus.

dossier van Benedictus bij het oudstrijdersfonds

Bronnen:
Jan Van Liedekerke
Tim t’ Kint
documentatiecentrum van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijsgeschiedenis
Roger Broucke – De Faluintjes 1914-1918