Brian Young: RAF piloot, neergehaald boven Affligem
Het biepje van de metaaldetector!
Affligem, 20 februari 2021 – het vroor ongewoon hard voor de tijd van het jaar. Op de plek waar de firma E-villas een 40-tal nieuwe woningen bouwt, volgde een handvol mensen gespannen hoe één van hen met een metaaldetector over het veld wandelde.
Viktor, de oudste van het gezelschap, keek toe met de kalme en zelfzekere blik van iemand die weet wat er gaat gebeuren.
Plots maakte de metaaldetector van Frédéric het lawaai waarop iedereen gehoopt had!
Verschillende kleine aanwijzingen in archieven en de getuigenis van Viktor hadden naar deze plek geleid, maar nu ook een strook aluminium gevonden werd in de kleuren die je in 1940 ook aan de onderkant van een Brits jachtvliegtuig kon zien, liep een jarenlange zoektocht naar de mysterieuze vliegtuigcrash af. We stonden precies op de plek waar het allemaal gebeurd was, 81 jaar geleden …
Affligem, 16 mei 1940 – het was een stralende, warme lentedag en er waren amper wolken. Met een angstaanjagende stilte dook een zwaar gehavende Hawker Hurricane van de Britse luchtmacht brandend naar beneden. Piloot Brian Young, amper 22 jaar jong, was kort voordien uit de cockpit van zijn vliegtuig gesprongen en bengelde zwaar verbrand aan zijn parachute boven de Bellestraat in Hekelgem wanneer zijn vliegtuig zich met een enorme klap in de grond boorde in Essene. Als bij wonder crashte de Hurricane op een perceel tussen de huizen en waren er geen slachtoffers te betreuren.
Hoe raakt een vliegtuigcrash vergeten?
Dat er geen doden waren gevallen, is allicht de voornaamste reden waarom deze spectaculaire vliegtuigcrash verdween uit het collectieve geheugen in Affligem. Maar ook de chaotische periode waarin het vliegtuig crashte, zal ertoe hebben bijgedragen – net als het snelle einde van de gevechten, kort na de crash, waardoor het wrak ook snel weer verwijderd kon worden.
Op 16 mei 1940 was het precies 6 dagen geleden dat het Duitse leger België was binnengetrokken. Ondanks het feit dat het Belgische leger al maandenlang klaar stond om een aanval af te weren, bleek de Duitse opmars niet te stuiten (zie ook het verhaal van Alfons t’ Kint). Al op dag één van de invasie was het fort van Eben-Emael gevallen. Dat dit fort, in België bekend als een on-inneembare vesting, in amper enige uren onder de voet was gelopen, had een ware schokgolf door het land gestuurd.
De daaropvolgende dagen kon België nauwelijks weerstand bieden aan de Duitse invasie en nam de paniek toe bij de regering en de bevolking. Die herinnerde zich immers nog zeer goed de bloedbaden die de Duitsers in 1914 hadden aangericht onder de bevolking. De wegen zaten dan ook potdicht met vluchtende burgers. Hier en daar kon je wat auto’s of vrachtwagens zien op de wegen, maar voor de rest was het één grote file van mensen die op de vlucht gingen met paardenkarren, stootkarren, kinderwagens of kruiwagens met daarin hun hele hebben en houden.
Op 15 mei 1940, met de Duitse troepen in Mechelen en Leuven, had de regering Brussel verlaten. Op 16 mei was de hoofdstad een open stad – het was er naar het schijnt akelig stil.
Tegelijk trok langs de andere kant van het land het Britse leger België binnen om de Duitsers tegen te houden. Met troepen van verschillende landen die rond Brussel bewogen, vluchtelingen op alle wegen en een regering op de vlucht, kon je ook de situatie in Affligem enkel als chaotisch omschrijven.
Daarnaast waren de gevechten amper twaalf dagen later al afgelopen. België capituleerde op 28 mei en kort nadien keerde orde en een relatieve rust weer, onder de Duitse bezetting. Kort nadien kwam het Duitse leger het wrak ophalen, waardoor uiteindelijk zeer weinig mensen het gecrashte vliegtuig hebben zien liggen – laat staan dat ze het verhaal ervan kenden.
Ook de piloot, die de oorlog overleefde, heeft nooit iets over Affligem gezegd. Meer nog, hij heeft allicht nooit geweten dat hij ooit in Affligem is geweest – maar daarover meer, verderop in het verhaal.
Door de vondst in februari 2021 van de crash site, was het laatste stukje in een grote puzzel eindelijk gevonden en kennen we nu het hele verhaal van piloot Brian Young en zijn Hawker Hurricane. Dat verhaal – een aaneenschakeling van onvoorstelbare toevalligheden – begint, bizar genoeg, in Zuid-Afrika.
Brian Young – per toeval piloot
Brian Pashley Young werd op 5 mei 1918 geboren te Natal, in Zululand, Zuid-Afrika, als zoon van een Zuid Afrikaanse vader en een Britse moeder. Brian sprak thuis Afrikaans maar sprak al even vloeiend Zulu, de taal van de zwarten, en Engels, de taal van zijn school: het prestigieuze Michaelhouse, waar hij op internaat zat. Hij was een zeer sportieve knaap die een tijd lang het record voor Zuid Afrikaanse schooljongens hield op de kwart mijl.
Als blanke en zoon van een advocaat had hij een eerder geprivilegieerde jeugd. Dat blijkt niet alleen uit het feit dat hij op een sjieke school zat, maar ook uit zijn favoriete bezigheid op zondagen. Het vriendje van één van zijn zussen had een vliegtuig en de jonge Brian vloog graag mee wanneer dat vriendje elke zondag rondvloog om de zondagskranten te gaan afleveren bij een aantal afgelegen boerderijen. Ze vlogen dan laag over en gooiden de krant vanuit het vliegtuig op de tennisvelden die toen kennelijk standaard bij elke grote boerderij hoorden.
Het was op die vluchten dat de jonge Brian de smaak van het vliegen te pakken kreeg, zeker nadat hij af en toe eens de stuurknuppel had mogen overnemen.
Op zijn 17e leek Brian voorbestemd om in de voetsporen van zijn vader te treden en rechten te gaan studeren, maar de microbe van het vliegen had hem toch doen uitkijken naar een alternatief. Hij wist dat de regering van Zuid Afrika twee studiebeurzen zou toewijzen aan landgenoten die piloot mochten worden bij de Royal Air Force.
Brian’s vader zag dat echter niet zitten en wilde zijn zoon liever geen beroepsmilitair zien worden, al schoot Brian’s Britse moeder ter hulp. Zij voorspelde dat er een grote oorlog zou uitbreken – de ogen van de wereld waren toen gericht op de de Abessinië crisis, een gewapend conflict tussen Italië en Ethiopië – en de moeder van Brian was er van overtuigd dat het niet lang zou duren of er zou op grotere schaal gevochten worden.
Als dat zou gebeuren, redeneerde ze, zouden ze hun zoon sowieso zien vertrekken naar het leger. Dan kon hij net zo goed nu al vertrekken en op z’n minst leren vliegen met een militair toestel. Door al dat getouwtrek tussen zijn ouders was Brian eigenlijk niet eens kandidaat geweest om zo’n studiebeurs te krijgen. Maar toch won hij er eentje – een eerste van een lange reeks toevalligheden die zijn leven tekenden.
Toen Brian immers hoorde dat één van de twee kandidaten die mochten vertrekken, niet was komen opdagen, ging hij in zijn plaats en overtuigde de autoriteiten om hém te laten vertrekken. Ook zijn vader gaf nu toe en zo begon Brian, toen bijna 18, aan zijn opleiding als beroepsmilitair en piloot bij de RAF. Hij studeerde 2 jaar aan de Cranwell academie voor luchtkadetten, een opleiding op universitair niveau met aandacht voor algemene vakken maar natuurlijk ook voor luchtvaart en al wat daar komt bij kijken.
Brian bleek een uitmuntend student te zijn en studeerde af op 30 juli 1938 met erezwaard – een onderscheiding die jaarlijks aan slechts één kadet wordt toegekend die buitengewoon leiderschap heeft getoond.
Maar hij toonde zich ook een begenadigd dichter! “Flight”, een gedicht dat hij schreef in 1937, tijdens zijn studies, wordt nog steeds geregeld gepubliceerd:
Flight
How can they know the joy to be alive
Who have not flown?
To loop and spin and roll and climb and dive,
The very sky one’s own.
The urge of power while engines race,
The sting of speed,
The rude winds’ buffet on one’s face,
To live indeed.
How can they know the grandeur of the sky,
The earth below,
The restless sea, the waves that break and die
With ceaseless ebb and flow;
The morning sun on drifting clouds,
And rolling downs –
And valley mist that shrouds
The chimneyed towns.
So long has puny man to earth been chained
Who now is free,
And with the conquest of the air has gained
A glorious liberty.
How splendid is this gift He gave
On high to roam,
The sun a friend, the earth a slave,
The heavens home.
Nadat hij was afgestudeerd, werd onze dichter/piloot ingedeeld bij zijn eerste eenheid: 32nd Squadron dat gestationeerd was op Biggin Hill, een militaire luchthaven nabij Londen. Hij vloog er met de Gloster Gauntlet.
Schemeroorlog van september 1939 tot mei 1940
Intussen stevende Europa af op oorlog. Legers werden gemobiliseerd of toch in staat van paraatheid gebracht en ook de bevolking was er van overtuigd dat er oorlog zou komen. Zo ook Brian. Als piepjonge “assistant adjutant” van 32nd squadron op Biggin Hill, bekroop hem het gevoel dat als er een echte oorlog zou uitbreken, dat hij die zou missen.
En toen dook opnieuw het toeval op dat zijn verhaal zo kenmerkt. Op een dag, terwijl de bevelhebber van 32nd squadron niet op de basis was, ontving Brian als zijn vervanger een bericht van het N° 615 squadron.
615 squadron was een eenheid van reservisten; piloten die géén beroepsmilitair waren maar wel geregeld in weekends of vakanties kwamen oefenen en in tijd van oorlog de getalsterkte van het leger, of in dit geval de luchtmacht, konden vergroten. Nu men zich klaarmaakte voor oorlog, werd aan een aantal andere eenheden in de luchtmacht gevraagd om een paar beroepspiloten te detacheren naar het 615e squadron zodat het een betere mix zou hebben van reservisten en beroepsmilitairen.
Het bericht dat Brian bij toeval in handen kreeg én door de afwezigheid van zijn baas ook zelf kon beantwoorden, was precies die vraag van het 615e squadron om één piloot van het 32nd squadron naar hen te sturen. Brian hoefde niet lang na te denken: dit was zijn kans om dichter bij de echte oorlog te komen, mocht die ooit uitbreken. Hij antwoordde meteen en gaf zijn eigen naam op als degene die gedetacheerd mocht worden. Zijn baas bij het 32nd squadron is nooit te weten gekomen hoe hij het allemaal geregeld had.
En zo vinden we Brian kort nadien terug als één van de 12 beroepspiloten van het 615e squadron. Dat squadron was overigens vrij gekend als het Churchill squadron omdat Winston Churchill er “honorary commodore” van was.
Toen Brian hun rangen vervoegde, hadden ze net enige maanden nieuwe vliegtuigen gekregen van het type Gloster Gladiator. De Gladiator – het laatste tweedekker gevechtsvliegtuig dat de RAF in gebruik nam – mocht volgens Brian dan wel een geweldig leuk toestel zijn om mee te vliegen (“Je kon er al meteen na het opstijgen een looping mee doen!”), het was eigenlijk al verouderd toen het in gebruik genomen werd. Andere gevechtsvliegtuigen die in dezelfde periode in gebruik werden genomen, waren op zowat alle vlakken beter doordat ze van het tweedekker model afgestapt waren.
Intussen was Duitsland Polen binnengevallen en begon de zogenaamde schemeroorlog. Groot-Brittanië en Frankrijk hadden de oorlog verklaard aan Duitsland maar er werd niet gevochten – vandaar het woord schemeroorlog. De Britten noemden het de “phoney war”, de Fransen “drôle de guerre” en de Duitsers “Sitzkrieg” maar ze bedoelden allemaal hetzelfde: er was officieel een oorlog gaande, maar meer dan legers naar de fronten brengen werd er niet gedaan.
Het was in dat kader dat de Britten besloten om een deel van hun leger naar Frankrijk te verschepen om er de Fransen te kunnen bijstaan bij een eventuele Duitse inval. Dit Britse leger, de British Expeditionary Force, bestond niet enkel uit een landleger. Ook zes RAF squadrons werden meegestuurd, waaronder het N° 615 squadron van Brian. Op 4 oktober 1939 kregen ze te horen dat ze naar Frankrijk zouden gestuurd worden en op 10 november was het zover: Brian vertrok met zijn Gloster Gladiator naar Frankrijk. Zijn eenheid kwam op de militaire luchthaven van Merville. Omdat de kleine luchthaven niet voorzien was op zoveel piloten en onderhoudspersoneel, werden ze allemaal ondergebracht bij particulieren. Brian werd opgevangen in een typische bar-tabac, waar de moeder des huizes hem als een eigen zoon verwende.
Na een week gingen de vliegtuigen voor het eerst de lucht in voor een operationele missie en Brian was er bij. Zes Gladiators, waaronder die van Brian, gingen op patrouille richting het vliegveld van Le Touquet. De dagen en weken die volgden waren vooral gekenmerkt door het slechte weer. Regen, regen en nog eens regen beperkten de vlieguren sterk én ze zorgden er voor dat de startbaan er zeer slecht bij lag.
Daarom besloot men om de eenheid te verplaatsen naar het vliegveld van Vitry-en-Artois.
Op 5 en 6 december 1939 trok de Britse koning George VI naar het noorden van Frankrijk om er zijn troepen te bezoeken, waarbij hij ook aan enige manschappen van het 615e squadron werd voorgesteld – of Brian daar bij was, weten we niet.
Wat we wél weten, is dat hij enige dagen later voor het eerst door het oog van de naald kroop – iets dat hij nadien nog enige keren zou herhalen. Op 12 december kreeg de Gladiator waarmee Brian vloog, motorproblemen. Hij moest een noodlanding maken in de buurt van Berck maar raakte niet gewond.
De volgende maanden waren vrij saai voor de piloten die stiekem tuk waren op echte actie maar die niet kregen. Er werden patrouilles gevlogen en de meeste piloten kregen ook verlof om enige dagen op vakantie te gaan in Groot-Brittanië … de eerste Duitse vliegtuigen die Brian en zijn collega’s te zien kregen, waren vliegtuigen die pamfletten uitgooiden om de publieke opinie te beïnvloeden. Ze probeerden er af en toe zo eentje te onderscheppen maar dat is nooit gelukt.
Op 27 april 1940 is de eenheid van Brian in Abbeville terug te vinden, waar ze de dag nadien zouden kennis maken met hun splinternieuw vliegtuig: de Hawker Hurricane – op dat moment zowat het beste vliegtuig dat beschikbaar was bij de Britten. Ze kregen er negen + drie reserve toestellen. Het was de allereerste versie van het vliegtuig dat geleverd werd en later zouden er nog verbeteringen aangebracht worden. Zo waren de net geleverde toestellen niet voorzien van enige bepantsering tegen kogels of granaatscherven én er zat ook nog geen brandwerend tussenschot in asbest tussen de motor en de cockpit, iets waarvan Brian nog de gevolgen zou ondervinden.
10 mei: oorlog (maar eerst: feestje!)
Op 9 mei waren Brian en zijn collega’s teruggekeerd van Wisant, bij Cap Griz Nez, waar ze een soort opleiding bij de Franse luchtmacht hadden gevolgd. Ze wisten dat ze de dag nadien in Abbeville les zouden krijgen over hun nieuwe Hurricane’s en dat ze dus zeker geen patrouilles zouden moeten vliegen. En dus besloten de jonge Britse piloten dat ze een feestje zouden bouwen met veel drank en een paar plaatselijke danseressen – het type met weinig kleren aan, op wat laarsjes na.
In de nacht van 10 mei was enkel de officier van wacht aanwezig op het vliegveld terwijl alle andere piloten hun roes uitsliepen na het feestje toen om 4u30 twee Duitse Heinkel HE111 bommenwerpers verschenen.
Ze bombarderen vanop grote hoogte het vliegveld waarop de vliegtuigen van 615 squadron geparkeerd stonden. De Duitse piloten moeten onervaren geweest zijn, want doordat ze van zo hoog hun bommen losten, raakten ze nauwelijks doel. Een paar kuilen op de startbaan was zo wat de enige schade die ze veroorzaakten. Het squadron ontsnapt zo aan totale vernietiging. Zoals Brian het jaren later vertelde: “Als de Duitsers wat lager hadden gevlogen, hadden ze zelfs met hun boordkanonnen al onze vliegtuigen gemakkelijk kunnen vernielen.”
De officier van wacht, Levin Fredman, aarzelde overigens niet en wilde meteen de lucht in om de bommenwerpers aan te vallen. Hij twijfelde even of hij de nieuwe Hurricane zou nemen die hij nog maar net kende, of de vertrouwde Gladiator. Het werd de Gladiator en hij klom er meteen zo hoog mogelijk mee.
Intussen waren de andere piloten, waaronder ook Brian, wakker geworden van het bombardement en werden ze in een vrachtwagen naar het vliegveld gereden vanwaar ze Fredman zagen vliegen. Die haalde op een hoogte van 6000 meter één van de Heinkels bij en kon hem raken. Het toestel kon echter ontkomen, met een brandende motor. Fredman was meteen de held van het squadron wanneer hij veilig en wel terug aan de grond stond. Het moreel van de eenheid was beter dan ooit!
Amper 2 dagen later, op 12 mei, waren ze Fredman echter voorgoed kwijt. Hij stortte samen met zijn Hurricane neer, net op de taalgrens tussen Tongeren en Juprelle, waar nu het kerkhof van Wihogne is.
Afrikaans brengt redding in Moorsele
Op 14 mei kreeg Brian de opdracht om met een Gladiator naar België te vliegen om er 3 vliegvelden te gaan verkennen – zijn eenheid wilde dichter bij het front zitten nu de Duitsers België hadden aangevallen en de vijandelijkheden waren uitgebroken. Het eerste vliegveld dat hij vanuit zijn Gladiator zag was er één bij Brussel (Evere) maar hij moest vaststellen dat het zwaar beschadigd werd door Duitse bommenwerpers.
Wat hij niet zag vanuit zijn vliegtuig, is dat de Duitse troepen intussen al in de buurt van Evere waren. Een collega van hem, die op een gelijkaardige missie was, zette zijn vliegtuig (een nieuwe Hurricane) wél aan de grond in Evere maar wanneer hij nog aan het afremmen was op de landingsbaan, besefte hij zijn vergissing: het vliegveld stond vol Duitsers. Hij gooide meteen de gashendel open en steeg meteen weer op, zonder dat iemand hem kon tegenhouden. Van een spectaculaire “touch & go” gesproken …
Ook het tweede vliegveld op Brian’s lijst, bij Gent, bleek onbruikbaar na een bombardement. Pas bij het derde vliegveld, Moorsele, zag hij mogelijkheden. Het kleine vliegveldje van de lokale vliegclub was allicht niet bekend bij de Duitsers en was niet eens gebombardeerd; Brian besloot daarom om er te landen.
Hij werd er naar een militair gebracht die er het bevel had overgenomen. Brian, die net als de meeste buitenlanders toen dacht dat Belgen Frans spraken, worstelde met het belabberde Frans dat hij kende. Onvoldoende voor de Belgische bevelhebber om hem te begrijpen en dus probeerde die in zijn beste steenkolen-Engels waarvan beide heren enkel maar konden vaststellen dat het hen ook niet zou verder helpen.
Maar dan hoortde Brian de Belg vertwijfeld iets in zichzelf mompelen … in het Vlaams. De Belgische officier spreekt tot de verbazing van Brian Vlaams – een taal die zeer goed lijkt op zijn eigen moedertaal. “Ik sprak hem daarop aan in ‘t Afrikaans, en hij gaf antwoord in het Vlaams. We begrepen mekaar perfect! Het klikte tussen ons en we schoten meteen in actie.”
Die avond nog keerde Brian terug naar zijn squadron in Abbeville en de dag daarna vlogen ze samen naar Moorsele.
Crash in Affligem … “nabij Leuven”
Op 16 mei was N° 615 squadron meteen operationeel in Moorsele en Brian was in de ochtend al meteen op patrouille geweest met zijn Hurricane. Hij was tijdens die patrouille aangevallen geweest door een Duits jachtvliegtuig van het type Messerschmitt 109 – het meest gevreesde Duitse jachtvliegtuig van zijn tijd. Er zaten een paar gaten in de romp van zijn vliegtuig en die moesten opgelapt worden. Dat was niet zo moeilijk als het klinkt, want de romp van een Hurricane bestond enkel uit een houten frame en zeildoek daarover gespannen. Enkel de motor, de cockpit en een paar stukken van een Hurricane waren van metaal.
In de namiddag kwam er plots een nieuwe “scramble”, een bevel tot opstijgen voor een vlucht richting Tienen. Vermits zijn toestel nog niet gerepareerd was, nam Brian een ander toestel dat klaar leek te staan. Het was een nieuwer type van de Hurricane, dat wél al voorzien was van bepantsering – een fenomenaal toeval waardoor Brian nog een keer aan de dood zou ontsnappen. Wat er nog steeds niét aangebracht was in dit type, was het brandwerende tussenschot in asbest tussen de motor en de cockpit.
Brian wilde meteen vertrekken met dat toestel maar kreeg van de flight sergeant te horen dat het toestel zijn “formulier 700” nog niet had. Dat was een soort technische checklist waarbij iedereen die een deel van een toestel zijn onderhoud had gegeven, dat ook aanvinkte op die lijst. “Weet je waar je dat formulier 700 mag steken?” antwoordde Brian met branie waarop hij in het toestel kroop en vertrok met vijf andere piloten voor de vlucht die hem in Affligem zou brengen.
Hurricane’s vlogen altijd in en formatie van drie: drie toestellen vlogen samen weg en daar achteraan vlogen er nog eens drie in formatie, achter het eerste trio aan. Brian was de leider van het tweede trio en diende gewoon de eerste drie te volgen.
Meteen na het opstijgen, sukkelde Brian wat met het landingsgestel van het nieuwe vliegtuig waar hij nog nooit had mee gevlogen: hij was niet zeker of zijn wielen nu wel ingeklapt waren of niet. Toen hij eindelijk zeker was dat ze effectief ingeklapt waren, kon hij de drie eerste vliegtuigen niet meer zien.
Beeld je in: vanuit zo’n cockpit zie je niet zo goed én het was stralend weer die dag. Dus wat deed Brian? Hij zette zijn pilotenbril op – zo’n soort skibril – en trok zijn koepel open, waardoor hij beter uit het vliegtuig kon kijken.
Op dat moment zag hij in de verte de drie eerste vliegtuigen. En hij zag ook dat die op precies dàt moment uit formatie braken. Hij besefte ogenblikkelijk wat er aan de hand was want formatie verlaten is de standaardprocedure als je aangevallen wordt. Brian wist meteen dat de situatie ernstig was en sloot zijn cockpit, klaar om in gevecht te gaan. Maar het was al te laat: een Messerschmitt nam hem onder vuur en raakte zijn vliegtuig. Brian deed wat hem was geleerd en draaide scherp naar rechts met zijn Hurricane. Meestal is dat een goed idee, tenzij je daardoor precies in het schootsveld van de tegenstrever komt. Die kans is heel klein, maar Brian had pech: de Messerschmitt doorzeefde de motor met kogels. Brian was op dat moment nog ongedeerd – waarschijnlijk dankzij de bepantsering in dit nieuwe toestel – maar zijn motor brandde meteen hevig. Het hele luchtgevecht had welgeteld enkele seconden geduurd.
Vergeet niet: Brian zat in een grotendeels houten vliegtuig waar tussen de motor en de piloot géén brandschot zit. De vlammen sloegen dus quasi meteen in Brian’s gezicht en tegen zijn lichaam. Zwaar verbrand sprong hij uit zijn vliegtuig dat zich dan pal boven Affligem bevond. Hij wachtte even om de parachute open te trekken en bengelde dan zachtjes naar beneden terwijl hij de Messerschmitt die hem neergeschoten had nog eens zag passeren.
Terwijl hij aan zijn parachute hing, viel zijn brandende Hurricane met een rotvaart naar beneden en sloeg met een snelheid tussen de 100 en 200km/uur in op een perceel van de Hauwijkstraat te Essene. De klap moet enorm zijn geweest en gelukkig miste de Hurricane de omliggende boerderijtjes wanneer hij zich in een braakliggend stuk grond boorde. Meer dan een paar losgeslagen dakpannen van een schuurtje, iets verderop, was er niet van schade.
Door de klap zal het toestel volledig vernield geweest zijn en buiten de motor en cockpit zal er nog weinig herkenbaar zijn geweest. Het toestel brandde verder uit waar het was terechtgekomen.
Intussen voerde de wind een ernstig verbrande Brian af met zijn parachute tot boven de Bellestraat in Hekelgem. Onder hem zagen Britse militairen een parachute dalen maar ze waren er van overtuigd dat het een Duitse parachute was. En dus namen ze hem onder vuur. Brian, die ondanks de zware brandwonden nog bij bewustzijn was – allicht puur door de adrenaline – werd getroffen in zijn arm en daarna nog twee keer in zijn been, voor hij op de grond landde tegenover de herberg ‘t Elsaat.
De Britten benaderden hem voorzichtig en toen ze merkten dat hij nog leefde, gooiden ze nog een handgranaat in zijn richting, die hem zwaar verwondde aan de zijkant van zijn romp. Pas dan durfden de Britse soldaten dichterbij komen en riepen ze hem boos toe dat hij een vuil Duits varken was.
De zwaargewonde Brian draaide zich op zijn rug en beet terug “Waarom denk je verdomme dat ik een Duitser ben, verkleed als een danseres uit een nachtclub?”
Dat laatste was een vergelijking die Brian zelf maakte omdat door de brand van zijn toestel zowat zijn hele pilotenoverall van zijn lijf gebrand was en hij enkel nog zijn laarzen leek te dragen. Een beetje zoals de danseressen waarmee hij enige dagen daarvoor nog aan ‘t feesten geweest was. Die droegen ook nauwelijks kleren en enkel hun laarsjes.
“Wat hebben we gedaan?!” riepen de Britse soldaten in paniek uit. “We hebben een Engelsman neergeschoten!”. Brian reageerde boos en spontaan dat hij geen Engelsman was maar Zuid Afrikaan! (“I’m not a bloody Englishman, I’m South African!”)
In een onvoorstelbaar toeval, het zoveelste in dit verhaal, was er net op dat moment een verdwaalde ambulancier zijn weg aan ’t zoeken op de Bellestraat en die werd er meteen bij geroepen. Die ambulancier bleek ook een Zuid Afrikaan te zijn, zodat Brian in het Afrikaans aan de praat werd gehouden terwijl de ambulancier hem naar veldhospitaal in de zustersschool aan de kerk van Hekelgem bracht. De 16 jarige Alida Van Holsbeeck, die aan de hoeve rechtover de zustersschool woonde, zag hoe hij daar opgelapt werd alvorens hij werd afgevoerd naar een medische post in Aalst.
Daar kreeg hij nog meer morfine en werd hij overgeladen in een andere ambulance die hem en nog 3 andere gekwetsten naar de haven van Cherbourg moest rijden, zodat ze met een hospitaalschip terug naar Groot-Brittanië terug konden. Maar de ergste dag in het jonge leven van Brian Young was nog niet voorbij …
Martelgang naar en in het ziekenhuis
Bij het binnenrijden van de haven van Cherbourg, kwam de ambulance terecht in een luchtaanval en de ambulance werd geraakt. Brian, die in de bovenste brancard lag, viel naar beneden en kreeg de drie andere gekwetsten over zich heen. Toen de luchtaanval achter de rug was, bleek Brian de enige in de ambulance die het had overleefd.
Al heeft het natuurlijk niet veel gescheeld. Brian was zwaar gewond door de kogels, de granaat en de brand. Hij was een kleine 3 weken bewusteloos en moest bijna 2 jaar in het militaire ziekenhuis Basingstoke blijven. En ook daar bleek hij een enorme dosis geluk te hebben.
Bij aankomst in het militaire ziekenhuis, wilde men zijn brandwonden behandelen met Tineafax. Dat is een middel dat de brandwonde eigenlijk afsluit van de buitenlucht en zo infecties voorkomt. Het grote nadeel daarvan is echter dat het de brandwonden ook immobiliseert en daardoor “vast” zet.
Brian’s handen waren op weg naar het ziekenhuis echter al geïnfecteerd geraakt waardoor ze er slechts eucalyptuszalf aan smeerden en dan verband rond deden. Dàt bleek een geweldige meevaller voor Brian.
Toen hij enige tijd later weer bij bewustzijn kwam, brak de Tineafax-laag die men op zijn ogen had gelegd en bleek dat hij kon zien. Hij vertelde later met plezier hoe het eerste wat hij zag de rode schort bleek te zijn van een leuke verpleegster. Verpleegsters en Brian: dat ging goed samen – hij ontmoette tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis ook Pat, een jonge verpleegster die haar stage deed. Ze zou zijn vrouw worden en de moeder van hun drie zonen en twee dochters.
In de dagen nadat men ontdekt had dat hij niet blind was, kreeg hij bezoek van de verloofde van zijn zus. Die was arts en had toevallig gehoord dat Brian in het ziekenhuis lag. Hij gaf hem de raad om telkens hij wakker was, zijn handen en vingers te blijven bewegen in hun bed van eucalyptuszalf. Meer nog: hij gaf de verpleegsters de opdracht, telkens ze Brian wakker zagen, er hem aan te herinnerden de vingers te blijven bewegen.
De toevallige ontmoeting met het lief van zijn zus was een zoveelste meevaller waardoor hij zijn handen, wanneer uit het verband mochten, gewoon opnieuw kon gebruiken. En dat was een enorm verschil met de piloten die met Tineafax behandeld waren. Die hun handen leken vastgezet in een soort klauw houding – compleet ongeschikt om nog iets mee te doen.
Maar Brian had dus nog maar eens geluk gehad: niet alleen had hij in het ziekenhuis zijn vrouw gevonden, hij bleek na enige operaties met plastische chirurgie ook gewoon weer te kunnen vliegen!
Wie had Brian neergeschoten?
De eerste dagen van de oorlog waren niet alleen chaotisch voor de Belgen en hun bondgenoten. Ook bij de Duitse invallers liep niet alles altijd even gesmeerd en zijn de archieven uit die dagen niet altijd even duidelijk. Zo is het bijvoorbeeld niet evident om sporen te vinden van wie nu precies Brian neergeschoten had. Welke piloot zat aan de stuurknuppel van de Messerschmitt die de fatale schoten afgevuurd had?
Als we kijken naar welke eenheden van de Duitse Luftwaffe er op dat moment boven Affligem actief waren, dan komen we al snel uit bij de Jagdgeschwader 26, ook bekend onder de naam “Schlageter”. Albert Schlageter was een Duits oudstrijder uit WO1 die zich na de oorlog verzet had tegen de bezetting door Frankrijk van een deel van Duitsland en daarvoor opgepakt en terechtgesteld was. Schlageter werd daardoor een gevierd held voor Duitsers en vooral het Nationaal Socialisme maakte van hem een voorbeeldfiguur. Er werd een gevierd toneelstuk geschreven rond zijn persoon waarin een bekende zin voorkomt die nu nog geregeld wordt aangehaald door tegenstanders van het cultuurbeleid van het Nationaal Socialisme: “Wenn ich Kultur höre … entsichere ich meinen Browning” (vrij vertaald: “Wanneer ik het woord cultuur hoor, grijp ik naar mijn pistool.”).
Jagdgeschwader 26 vloog met Messerschmitts BF 109, precies het type dat Brian herkend had. Ze waren vanaf augustus 1940 overigens nog herkenbaarder doordat men de neuzen van hun vliegtuigen knalgeel had geverfd om herkenning te vergemakkelijken.
Wanneer we dan kijken in wat er in de archieven van deze eenheid terug te vinden is, blijken die geen uitsluitsel te geven. Data over neergeschoten vliegtuigen kloppen maar gedeeltelijk en er zitten fouten in wat is doorgegeven. 100% zekerheid zullen we daardoor nooit hebben maar er is één man die met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de man was die Brian Young te pakken kreeg: kapitein Herwig Knüppel. Die haalde op 16 mei een vliegtuig neer waarvan hij dacht dat het een Franse Morane was. Maar alle andere data wijzen er dan weer op dat het wel degelijk de Hurricane van Brian Young was.
Knüppel was een oudstrijder van het Duitse Condor legioen dat Franco had geholpen in de Spaanse burgeroorlog en had sindsdien altijd een sjieke buishoed op zijn vliegtuigen geschilderd. Mocht Brian die gezien hebben, dan waren we zeker geweest, maar helaas …
Kapitein Knüppel heeft overigens niet lang van zijn overwinning op Brian Young kunnen genieten. Amper 3 dagen later, op 19 mei 1940, werd ook zijn vliegtuig neergeschoten in de buurt van Rijsel. Alleen had hij niet de uitstekende bewaarengel die Brian Young wel had. Kapitein Herwig Knüppel overleefde het niet.
Andere bronnen vermelden overigens ene luitenant Otto-Heinrich Hilleke als de man die Brian Young neerschoot. In de archieven zien we dat hij een Hurricane zou neergeschoten hebben maar dan boven Tienen …. Otto-Heinrich vloog in dezelfde eenheid als Herwig Knüppel, maar ook in zijn geval hebben we geen zekerheid. Ook de bewaarengel van Otto-Heinrich bleek minder bekwaam dan die van Brian Young. Otto-Heinrich stierf in zijn vliegtuig op 26 juni 1940.
Mogelijks hebben zowel Otto-Heinrich als Herwig Knüppel het vliegtuig van Brian Young geraakt. Alida Van Holsbeeck, die Brian later in het veldhospitaal zag opgelapt worden, heeft het korte luchtgevecht gezien en sprak van twee Duitse toestellen die dat van Brian onder vuur namen.
En verder?
In de dagen na de crash van Brian’s Hurricane, verschoof het strijdtoneel en werd Affligem opnieuw een bezet dorp, net als tijdens WO1. Duitse troepen haalden de grootste delen van het wrak van de Hurricane op en de buurtbewoners namen de draad van hun leven weer op, zo goed en kwaad als dat kon. Het perceel van de crash werd opnieuw bewerkt en men teelde er aardappels of groenten. En zo verdween de herinnering aan die meest spectaculaire crash in ons dorp al snel uit het collectief geheugen.
Al bleef er altijd die ene plek in de Hauwijkstraat waar planten de moeite niet loonde: de crash, de brand, de lekkende brandstof en olie uit de Hurricane van Brian hadden er de grond zo vergiftigd dat er niets meer groeide. Doordat hij al die jaren gehoord had waar hij niets moest planten, kon Viktor ons 81 jaar later preciés aanwijzen waar de Hurricane zich in de grond geboord had.
In enige maanden zal een nieuwe straat in de nieuwe verkaveling van E-villas liggen op de plek waar Brian’s toestel crashte. Potentiële kopers en nadien nieuwe inwoners van Affligem zullen dagelijks passeren op deze plek zonder te weten wat er gebeurde.
Ook Brian Young, de piloot die de crash overleefde, kon de herinnering niet levend houden. Ondanks het feit dat zowel zijn vliegtuig als hijzelf er terecht kwamen, had hij geen herinnering aan Affligem. Meer dan “een dorpje in de buurt van Leuven” weet hij in een interview, jaren later niet te vertellen over de plek waar hij neergeschoten werd.
Brian bracht 2 jaar door in het militaire ziekenhuis om te herstellen van de 3 kogelwonden, de grote wonde van de handgranaat en de brandwonden aan zijn handen en gezicht. Hij had wat plastische chirurgie nodig maar werd uiteindelijk weer goedgekeurd voor de actieve dienst in 1942. Hij vloog voor het 422nd squadron met een Sunderland Flying Boat patrouilles boven de Atlantische oceaan vanuit Noord Ierland, op jacht naar Duitse onderzeeboten. Eén keer overleefde hij ‘t alweer bijna niet, toen hij een U-boot ontdekt had nét op de rand van de actieradius van zijn vliegtuig. Hij bleef ter plekke cirkelen tot de bommenwerper die was opgeroepen ter plekke was en de U-boot kon treffen. Daardoor had hij zo weinig brandstof over dat hij maar nét terug naar zijn basis raakte.
In 1944 werd hij overgeplaatst naar Aden, in Yemen, Masirah in Oman en tenslotte Haïfa in het toenmalige Britse mandaatgebied dat nu Israël en Palestina is en waar destijds een RAF opleidingscentrum gevestigd was.
Na de oorlog is Brian samen met zijn vrouw zijn gastgezin uit 1940 in Merville opnieuw gaan opzoeken. Het weerzien was bijzonder hartelijk en zijn gastvrouw van destijds vroeg hem of zijn vrouw dezelfde was als het vriendinnetje dat hij destijds had, waarop Brian lachend “oh no no no” antwoordde. De zoon van de bar-tabac uitbaatster uit Merville was later nog met zijn gezin te gast bij de familie Young – het bewijs van de goede band die ze hadden.
In 1951 verhuisde hij naar Bomber Command, waar hij op het hoofdkwartier werkzaam was en in 1960 begon hij aan een reeks internationale missies in NATO verband. Hij werkte er vooral aan een gezamenlijk geallieerd antwoord op een mogelijke nucleaire aanval van het communistische blok – een taak die hij vol passie uitvoerde – soms zelfs met iets té veel passie, zoals later bleek.
Brian, op dat moment al een Air Commodore, bleef al die tijd zijn eigen spontane en vooral gedreven zelf. Zo vond hij op een bepaald moment bij een lezing dat zijn publiek niet genoeg moeite deed om zich de gevolgen van een nucleaire explosie in te beelden. En dus gooide hij tijdens het tonen van foto’s van een ontploffende atoombom, ook een thunderflash, een soort oefengranaat die alleen veel lawaai maakt, in het auditorium. Paniek en chaos was het gevolg, precies wat hij had bedoeld eigenlijk.
Waar hij niét op had gerekend was dat er in het publiek ook een Franse generaal zat die bijzonder boos was geworden en was gaan klagen bij de RAF over hun ijzervreter, Air Commodore Young.
De carrière van Brian, die tot dan liep als een trein, vertraagde merkbaar vanaf dat incident, iets waar hij toch ietwat teleurgesteld in was.
Hij werd nog maar 1 keer bevorderd na het incident en sloot zijn spectaculaire loopbaan bij de RAF af in 1973, toen hij op pensioen ging met de rang van Vice Air Marshall van de RAF.
In 1992 meldde The Times dat Air Vice Marshal Brian Pashley Young, CB, CBE overleden was op 26 juli. Hij is 74 jaar geworden.
Bronnen:
Tim t’ Kint
Cynrik De Decker
Jan Van Liedekerke
https://forum.il2sturmovik.com/topic/61141-no615-county-of-surrey-squadron/
Imperial War Museum
Royal Air Force
Wikipedia
The Times
https://www.forgottenairfields.com/index.php
https://airscapemag.com/2016/06/16/aviation-poems/
Moira Balis
Frédéric Joos van Bom-be (detectie)
Al Archeo (opgravingen)
Pers:
Radio 2 Podcast over het verhaal van Brian – met geluidsfragmenten
Radio 2 mysteries over de crash te Essene – deel 1
Radio 2 mysteries over de crash te Essene – deel 2